Ajax had het zondagmiddag niet gemakkelijk in de wedstrijd tegen Sparta. De Amsterdammers kwamen in de tweede helft pas op stoom en wonnen in Rotterdam met 1-3. Debutant Mateo Cassierra luisterde zijn eerste Eredivisiewedstrijd op met een doelpunt.

Het zou geen gemakkelijk opgave worden voor Sparta Rotterdam om tijdens de rentree in de Eredivisie het gelijk op te moeten nemen tegen Ajax. Na vijf minuten spelen op Het Kasteel kwamen de bezoekers uit Amsterdam al op voorsprong. De eerste beste aanval leidde tot een doelpunt. Anwar El Ghazi gaf een goede voorzet vanaf de rechterkant van het veld, die door aanvoerder Davy Klaassen gemakkelijk en in alle vrijheid werd ingekopt.

Drie minuten later trok Sparta de stand weer gelijk. Uit een vrije trap van Ryan Sanusi verkeek Jasper Cillessen zich op de bal en zag de bal langs hem heen gaan de korte hoek in. Sparta trok zich terug en liet de Ajacieden komen. Na een half uur spelen was het nieuwkomer Mateo Cassierra die de 2-1 op zijn hoofd had, maar via de rechter en de linker paal rolde de bal weer het veld in. Ajax was sterker, maar kon het vele balbezit niet omzetten in meerdere doelpunten.  

Ook in de tweede helft maakte Ajax het spel en na een lange aanval kwamen de Amsterdammers in de 54ste minuut opnieuw op voorsprong. Nemanja Gudelj zette de aanval op, via Klaassen en Cassierra kwam de bal terecht bij Daley Sinkgraven die de bal hard en droog in de korte hoek schoot. Zo’n tien minuten later was Sinkgraven de aangever bij het eerste doelpunt van Cassierra. Hij stuurde de Colombiaan de diepte in en die ronde het kundig af.

Ajax kwam daarna niet meer in de problemen. Het tempo ging na de 1-3 naar beneden en de Amsterdammers lieten de Spartanen het spel maken. De Rotterdamse formatie van Alex Pastoor wist echter geen gaten te vinden. Alleen invaller Craig Goodwin kon zijn schot op doel krijgen, maar echt gevaarlijk werd het niet voor Ajax. Wel moesten de Ajacieden met tien man verder, nadat Joël Veltman met zijn tweede gele, en dus rode kaart, moest inrukken.

Door: Thomas Mulder