291 interlands en 40 voetbalseizoenen. Hebben we het dan over een heel elftal? Nee, over slechts twee spelers: Iker Casillas en Gianluigi Buffon. Woensdagavond staan deze twee iconische doelmannen tegenover elkaar voor het Champions League-duel tussen FC Porto en Juventus. Een korte terugblik op de fenomenale carrières van beide keepers en de onderlinge resultaten.

Iker Casillas, 35 jaar: 155 interlands
De Spanjaard doorliep voor een groot gedeelte de jeugdopleiding van Real Madrid en mocht tien jaar na zijn entree bij de club op achttienjarige leeftijd debuteren in het eerste elftal. Een uitzonderlijke prestatie voor zo'n jonge doelman bij een grootmacht als De Koninklijke. Vicente del Bosque verkoos de doelman niet lang daarna als zijn eerste keeper. In zijn eerste jaar won Casillas meteen de Champions League, door Valencia CF met 3-0 te verslaan. Naast tal van landskampioenschappen en nationale bekerprijzen, won hij de 'cup met de grote oren' nog tweemaal. Ook werd hij in 2010 wereldkampioen en in 2008 en 2012 Europees kampioen. Zijn bijnaam is El Gato (De Kat), vanwege zijn katachtige reflexen. Na het zien van deze twee reddingen snappen wij waarom.

Gianluigi Buffon, 39 jaar: 141 interlands
Als speler van Parma AC bestormde de doelman de voetbalwereld. Na zes seizoenen was hij het niveau van de club ontstegen en werd hij begeerd door de hele Europese top. FC Barcelona wilde de transfersom van vijftig miljoen euro niet betalen, iets wat Juventus wel deed. Daarmee was de opvolger van Edwin van der Sar bekend. Door een mogelijk omkoopschandaal werd Juventus in 2006 teruggezet naar de Serie B. Daardoor ontstond er een heuse uittocht uit Turijn, maar Buffon was een van de weinige spelers die de club trouw bleef. Dat bleek een uitstekende keuze, want de Italiaanse grootmacht vocht zich sterker terug dan ooit. In totaal werd hij zevenmaal kampioen van de Serie A en in 2006 wereldkampioen met Italië, door Frankrijk na strafschoppen te verslaan.

Onderling resultaat
Als spelers van Real Madrid en Juventus troffen de doelmannen elkaar acht keer. Dat gebeurde allemaal in de Champions League. De balans tussen hen is in evenwicht, want beide spelers wonnen driemaal. Twee keer eindigde het gelijk. Toch heeft Buffon hier een licht overwicht, want twee keer was de halve finale het decor en beide keren won Juventus: in 2003 en 2015. Overigens werden beide finales verloren door Buffon, van respectievelijk AC Milan (na strafschoppen) en FC Barcelona (1-3).

Qua onderlinge interlands heeft Casillas duidelijk een streepje voor. Tijdens de acht confrontaties won de Spanjaard namelijk vijf keer, tegenover een zege voor Buffon en twee gelijke spelen. De meest in het oog springende winstpartij van de Spaanse goalie is de finale van het Europees Kampioenschap van 2012, toen de ploeg Italië met 4-0 versloeg. Het was het einde van een vierjarige Spaanse hegemonie.