Het winnen van topwedstrijden in Engeland blijft lastig voor Arsenal. Zaterdagavond kreeg de ploeg een nieuwe kans op bezoek bij Liverpool, maar op Anfield won de thuisclub, mede via Georginio Wijnaldum, met 3-1.

Arsenal was al ruim een week niet in actie gekomen en de start van de Gunners was dan ook roestig. De aanvallers werden niet bereikt in de eerste helft, terwijl Liverpool juist knallend uit de startblokken schoot. Al na negen minuten werd de openingstreffer gemaakt door Roberto Firmino, die profiteerde van een handig overstapje van Coutinho. Arsenal bleef kwakkelen, vooral op het middenveld verloor de uitploeg de strijd. De 2-0 kon dan ook niet uitblijven. Vijf minuten voor rust werd Sadio Mané mooi vrijgespeeld op links, met een harde knal zorgde hij voor een verdubbeling van de voorsprong.

In de tweede helft bracht Arsène Wenger sterspeler Alexis Sánchez, die onverwachts op de bank werd gezet door de Fransman. Met de Chileen voor de tegenvallende Francis Coquelin deed Arsenal opeens weer mee aan de wedstrijd. Sánchez had tien minuten nodig om het verschil te maken. Na een mooie solo bediende hij Danny Welbeck, die met een bekeken stiftje zijn eerste competitiedoelpunt dit seizoen maakte: 2-1. Liverpool hield vervolgens de formatie wat meer gesloten, aangezien daarvoor Olivier Giroud al dicht bij een goal was met een kopbal.

De uitploeg bleef aandringen, maar Liverpool had het duel vlak voor tijd kunnen beslissen. Een kopbal van invaller Divock Origi belandde naast Petr Čech op de paal. Het slotakkoord was echter voor Georginio Wijnaldum, die na een vlijmscherpe counter zijn vijftiende doelpunt in de Premier League maakte. Hierdoor weten de Gunners wederom geen wedstrijd tegen een ploeg uit de top vijf te winnen. Het pakte dit seizoen pas vijf punten in zes Engelse toppers. Liverpool is door de overwinning voorlopig de nummer drie van Engeland, Arsenal zakt naar plek vijf.

Door: Jos Boesveld