Liverpool krabbelt weer op van een dramatische reeks. De overwinning op Arsenal van vorige week werd zondagmiddag een goed vervolg gegeven. Op Anfield werd Burnley met 2-1 verslagen, mede dankzij een doelpunt van Georginio Wijnaldum.

Na de dramatische maanden januari en februari heeft Liverpool de weg omhoog weer gevonden. Na één competitiezege uit zeven wedstrijden, werd na Arsenal (3-1) ook Burnley verslagen: 2-1. Net als vorige week kwam Wijnaldum tot scoren, die al zijn vijf competitiedoelpunten in een thuiswedstrijd scoorde. Tegen Burnley hielp hij zijn ploeg over een dood punt, aangezien Ashley Barnes al na zeven minuten de bezoekers op voorsprong schoot.

Op slag van rust was het de Nederlandse middenvelder die de stand gelijk trok. In de kluts bleef de bal voor zijn voeten hangen, waarna hij van dichtbij doelman Tom Heaton verschalkte. De treffer betekende de opmaat naar een belangrijke zege. Emre Can schoot na een uur voetballen de winnende treffer tegen de touwen, op aangeven van Divock Origi.

Met de zege zet Liverpool een belangrijke stap op weg naar een Champions League-ticket. De ploeg van manager Jürgen Klopp staat momenteel op de felbegeerde vierde plaats, maar speelde meer wedstrijden dan achtervolgers Arsenal en Manchester United. Beide ploegen kunnen Liverpool nog achterhalen.