Met de krakers FC Barcelona - Paris Saint-Germain (6-5), Bayern München - Arsenal (10-2) en Manchester City - AS Monaco (6-6) regende het doelpunten in de achtste finales. De productie levert een Champions League-record op.

SL Benfica, Borussia Dortmund, PSG, Barcelona, Real Madrid, SSC Napoli, Bayern München, Arsenal, Manchester City, Monaco, Bayer Leverkusen, Atlético Madrid, FC Porto, Juventus, Sevilla en Leicester City waren de zestien ploeg die gezamenlijk voor 62 doelpunten zorgden. Dat levert een gemiddelde van 3.88 doelpunten per wedstrijd op. Bayern München krikte dat totaal het meeste omhoog, door tien doelpunten te maken tegen Arsenal.

In de geschiedenis van de Champions League, vanaf het seizoen 1992/1993, was er geen enkele knock-out-ronde met zo'n hoog doelpuntengemiddelde. In de Europa Cup I, voorganger van de CL, lag de productie wel geregeld nog hoger. Wat betreft de achtste finales is het seizoen 1959/1960 recordhouder met een doelpuntengemiddelde van 4.11. De halve finale van deze Europa Cup is overigens de meest doelpuntrijke ronde aller tijden. Real Madrid, FC Barcelona, Rangers FC en Frankfurter SG Eintracht maakten in vier wedstrijden 24 doelpunten.

Ook de jaargang 1961/1962 kende een productievere achtste finale met 3.94 gemiddeld. In beide seizoenen was Real Madrid de ploeg die de meeste doelpunten voor zijn rekening nam, dat een ploeg had met onder meer Ferenc Puskás en Alfredo Di Stéfano.

Doelpuntengemiddelde achtste finales Europa Cup I/Champions League:
1. 1959/1960: 4.11
2. 1961/1962: 3.94
3. 2016/2017: 3.88