Het is zaterdag 30 april 2017 exact tien jaar geleden dat de Eredivisie naar een onvoorstelbaar einde ging. AZ, Ajax en PSV jaagden op de titel. PSV had de slechtste papieren, maar de schaal ging naar Eindhoven.

Voordat de 34ste en laatste speelronde inging, dacht AZ alleen maar de schaal op te hoeven halen in Rotterdam. AZ, Ajax én PSV hadden 72 punten, maar het doelsaldo van AZ was stukken beter. De Alkmaarders, onder leiding van Louis van Gaal, speelden tegen SBV Excelsior, dat al gedoemd was tot nacompetitie. Maar op Woudestein ging het helemaal mis.

Doelman Boy Waterman kreeg binnen twintig minuten de rode kaart en de bijbehorende strafschop werd raak geschoten door Luigi Bruins. Alleen winst volstond voor AZ, dat met een man minder nog wel met een gelijke stand de rust inging. Via Henrico Drost en Danny Koevermans gingen beide ploegen met een 2-2 stand naar de slotfase, waarin Excelsior in de counter toesloeg. Johan Voskamp besliste de wedstrijd (3-2) en voor AZ was het einde oefening.

Ajax lijkt te gaan profiteren
Het was voor Ajax in Tilburg op voorhand duidelijk dat het afhankelijk was van puntenverlies van AZ. Het verschil in doelsaldo inhalen was niet reëel, dus winnen en hopen was het devies voor Ajax. En winnen deed Ajax tegen Willem II. Urby Emanuelson en Klaas-Jan Huntelaar zorgden voor een 0-2 overwinning en de Amsterdammers gingen AZ voorbij op de ranglijst.

PSV ruikt bloed
In het Philips Stadion zaten alle PSV-fans met de radio aan het oor naar de wedstrijd tegen Vitesse te kijken. PSV moest het verschil in een doelsaldo van één doelpunt inhalen op Ajax, terwijl AZ punten moest gaan verspelen. Ze schoten uit de startblokken en stonden na tien minuten met 2-0 voor, maar de ruststand van 2-1 leek te mager. Tot Phillip Cocu de ploeg bij de hand nam. Met een doelpunt en een assist leidde hij PSV naar een 5-1 zege. AZ ging punten verspelen en het werd een strijd met Ajax om het doelsaldo. De competitie was na negentig bloedstollend spannende minuten op één doelpunt beslist.