Luis Suárez zette zichzelf zondagavond ruim een kwartier voor het eindsignaal op het scoreformulier in het duel met Deportivo Alavés. De Uruguayaanse aanvaller scoorde de gelijkmaker in de 2-1 zege in La Liga. Zijn treffer leverde Suárez persoonlijk succes op, want het was de achtste wedstrijd op rij in de competitie waarin hij tot scoren kwam. Nooit eerder in zijn carrière flikte de 31-jarige spits dat.

Hoewel FC Barcelona nagenoeg het hele duel een overwicht had, kreeg de ploeg geen heel grote kansen. De bezoekers loerden voortdurend op de counter en uit één van die razendsnelle omschakelingen scoorde John Guidetti na ruim twintig minuten spelen. De oud-Feyenoorder kwam alleen op Marc-André Ter Stegen af, gleed weg, maar passeerde de Duitse doelman toch. Het was lange tijd de enige treffer van het duel, ondanks verwoede aanvalspogingen van de ploeg van Ernesto Valverde. Pas een kwartier voor tijd werd de ban gebroken, door een volley van Suárez, die voorafgaand aan het duel de prijs voor beste speler van de maand januari kreeg uitgereikt.

Een paar minuten na de 1-1 kreeg de oud-Ajacied nog een dot van een kans, maar hij ramde snoeihard over het doel van Pacheco. Niet Suárez maar Lionel Messi werd de matchwinner, want op fenomenale wijze krulde de Argentijn vijf minuten voor tijd raak uit een vrije trap. Daardoor scoorden Suárez en Messi beiden voor de vijfde keer op rij in de competitie. Dat gebeurde slechts eenmaal eerder op het hoogste niveau in Spanje, ver in de vorige eeuw (1930). 

De Catalanen blijven door de zege ruim bovenaan in de Primera División staan. Bovendien blijft FC Barcelona de enige ploeg van de vijf grootste Europese competities die nog geen wedstrijd heeft verloren.