Schrikbarend Italië speelt WK-deceptie niet van zich af
Na het mislopen van het Wereldkampioenschap heeft de Italiaanse nationale ploeg het nog zeker niet op de rit. De viervoudig WK-winnaar creëerde vrijdagavond lange tijd vrijwel niets tegen Polen voor de Nations League.
Net als Oranje vond Italië ook het waterloo in de WK-kwalificatie tegen Zweden. In de play-offs voltrok zich een nationale ramp: voor het eerst sinds 1958 was Italië er niet bij op de mondiale eindronde. Het kostte bondscoach Giampiero Ventura de kop en onder opvolger Roberto Mancini moest de wederopstanding van La Squadra Azzurra gestalte krijgen.
Lees ook: Alles over het nieuwe landentoernooi: de Nations League
Onder leiding van Mancini speelden de Italianen vier wedstrijden, waarin alleen Saoedi-Arabië werd verslagen. Het is nog wachten op de eerste clean sheet.
Na drie vriendschappelijke wedstrijden werd vrijdagavond aangetreden tegen Polen voor de Nations League. In het Renato Dall'Ara in Bologna speelde de thuisploeg een schrikbarende wedstrijd. Mario Balotelli was het eerste uur de spits, maar kon nauwelijks in het spel worden betrokken. In de eerste helft had hij maar tien balcontacten, het minste van alle spelers op het veld. Daarvan waren er vijf ook nog eens op eigen helft.
Polen had de zaakjes op orde en kwam via Piotr Zieliński voor rust op voorsprong. Ze hadden niets te vrezen van de Italianen, het allereerste schot tussen de palen kwam pas in de 73ste minuut. Federico Chieso stond toen nog geen minuut op het veld en schoot onsuccesvol op het doel van Łukasz Fabiański.
Het inbrengen van Chieso bleek een goede zet van Mancini. De vleugelaanvaller van ACF Fiorentino verdiende ruim tien minuten voor tijd een strafschop, die werd verzilverd door Jorginho. Zo bleven de Italianen een nederlaag gespaard: 1-1, maar bleek dat Mancini de ploeg nog niet op de rit heeft.
