Voormalig scheidsrechter Howard Webb denkt niet graag terug aan de overtreding van Nigel de Jong in de WK-finale van 2010. De middenvelder van het Nederlands elftal raakte in die wedstrijd met een karatetrap tegenstander Xabi Alonso. De Jong ontsnapte met een gele kaart.

"Op dat moment stond ik pal achter Alonso, dus ik kon niet precies zien hoe en waar hij Alonso raakte. Ondanks dat wist ik dat het een late en pittige overtreding was en dat het een straf verdiende. Niemand van mijn team meldde zich via de oortjes om anders te suggereren, dus ik pakte geel voor wat ik had gezien: een slordige, roekeloze tackle van de Nederlandse middenvelder", zo citeert The Times uit de voorpublicatie van een boek van de arbiter.

"Om eerlijk te zijn, het kwam geen seconde in me op dat dit een rode kaart was. Ik was ervan overtuigd dat het geel was, geen één procent in mij dacht er anders over. Voor mijn gevoel had ik geen big call genomen. Ik voelde me ook niet geïntimideerd door de entourage, net zoals ik geen druk vanuit de FIFA voelde om geen rood te geven of wat dan ook."

"Ik gaf simpelweg een passende straf voor wat ik met mijn eigen ogen had gezien, vanuit mijn gezichtsveld. En dat is de waarheid. Terwijl ik de kaart trok, kwam er al een furieuze reactie uit het Spaanse kamp, op en naast het veld. Ik dacht oprecht dat dat te maken had met het fysieke spel van de Nederlandse ploeg, niet alleen in dit specifieke geval."

"Het was pas in de rust dat ik me realiseerde dat de tackle van De Jong misschien een rode kaart waard was. Ik voelde me meer dan beroerd. Het leek erop alsof ik een rode kaart in de WK-finale had gemist. Wat een nachtmerrie. Ik keerde terug op het veld, maar mijn hart klopte als een gek en in mijn hoofd bonsde het."