Dennis Kaars liep onlangs een transfer naar Sparta Rotterdam mis, maar de spits van De Dijk aast nog altijd op een overstap naar de Eredivisie. De aanvaller wist in de Derde Divisie Zondag inmiddels 29 keer te scoren.

"Een hele mooie ervaring", doelt Kaars tegenover De Telegraaf op de belangstelling van Sparta. "Ik denk wel dat ik het niveau aankan. Fysiek moet ik misschien nog iets sterker worden, maar dat kan snel gaan. Mijn gevoel bij Sparta was direct goed. Ik ben heel warm ontvangen en de spelers zijn allemaal relaxte gasten. Toen ik de kleedkamer binnenkwam zongen ze: 'Kaarsie is van ons'."

Van een transfer kwam het uiteindelijk niet. "Natuurlijk is dat jammer. Sparta wilde mij nog wat langer beoordelen, omdat een week vrij kort is voor iemand zonder profervaring. De onderhandelingen tussen de clubs verliepen echter moeizaam en uiteindelijk was er te weinig tijd om een goed oordeel te vellen. Ik neem het niemand kwalijk, maar ik vind het wel jammer dat het zo gelopen is. Voor een club als De Dijk was deze situatie nieuw. Het is nooit hun bedoeling geweest om een transfer in de weg te staan. Uiteindelijk zijn de clubs er financieel ook uitgekomen, maar het heeft gewoon te lang geduurd."

Kaars maakt zich echter niet al te druk. "Ben je gek. Ik heb nog steeds heel veel plezier bij De Dijk. De kriebels om in de toekomst alsnog de stap naar het betaald voetbal te maken zijn wel toegenomen. Ik was er dichtbij en weet nu dat het mogelijk is. Door mijn productiviteit en de massale media-aandacht zijn tegenstanders meer op me gefocust en toch ben ik niet minder gaan scoren. Dat is voor mij een bevestiging dat ik iets te zoeken heb op een hoger niveau. Bovendien speelde ik in het bekertoernooi een goede wedstrijd tegen Vitesse."

De spits werd onlangs vergeleken met Filippo Inzaghi. "Dat is een mooi compliment. Inzaghi was niet de meest technische spits en soms zag je hem de hele wedstrijd niet, maar hij pikte wel altijd zijn goaltjes mee. Tegenstanders zullen over mij ook vaak zeggen dat ik onzichtbaar was, maar als spits krijg je altijd twee of drie kansen in een wedstrijd. Dat zijn de momenten dat je er moet staan, dan moet hij hangen."