Real Madrid heeft zondagavond de koppositie van de Primera División gepakt. In het Santiago Bernabéu was Real Betis heel lastig, maar Sergio Ramos stond op om zijn ploeg naar de overwinning te koppen: 2-1.

In de wetenschap dat FC Barcelona een nederlaag had geleden bij Deportivo La Coruña, kon Real Madrid hele goede zaken doen in de strijd om de titel. Doelman Keylor Navas bracht zijn ploeg echter in grote problemen. Eerst haalde hij een doorgebroken speler neer buiten zijn doelgebied, dat niet werd bestraft. Een paar minuten later ging hij opnieuw de fout in, door de bal in zijn eigen doel te werken. Een schot van Rubén Castro was absoluut houdbaar, maar Navas veegde de bal over de lijn.

Na de slechte start moesten de Madrilenen alles op alles zetten om de stand om te buigen. Cristiano Ronaldo bracht zijn ploeg nog voor rust op gelijke hoogte. Een voorzet van Marcelo werd door de Portugees tegen de touwen gekopt. Voor Marcelo was het al zijn zevende assist dit seizoen. Alleen Toni Kroos (10) gaf er meer bij Madrid, maar de Duitser trapt ook de hoekschoppen.

In de tweede helft ging Madrid op jacht naar de winnende treffer. Daarbij werd het geholpen door verdediger Cristiano Piccini. Hij pakte twee gele kaarten, waardoor Betis nog ongeveer een kwartier met tien man moest spelen. Real zette alles op de aanval en het kon opnieuw rekenen op Ramos. De verdediger staat er altijd als De Koninklijke het moeilijk heeft en hij kopte uit een hoekschop van Kroos de winnende tegen de touwen. Voor de aanvoerder is het zijn tiende doelpunt van het seizoen. Nog niet eerder haalde Ramos de dubbele cijfers.

Door de overwinning gaat Real Madrid over Barça heen op de ranglijst. De voorsprong bedraagt twee punten en dan heeft de ploeg van trainer Zinédine Zidane ook nog een wedstrijd minder gespeeld.