Brazilië en Zwitserland zijn hun Wereldkampioenschap gestart met een remise: 1-1. De eerste poging tussen de palen van de Zwitsers werd een doelpunt, waarmee ze de traditie van het vorige WK doorzetten. De tegenstander van Brazilië schiet met scherp.

De verwachtingen van Brazilië zijn heel hoog, maar het gelijke spel is niet het gedroomde startschot van het WK. Philippe Coutinho krulde de Goddelijke Kanaries op fantastische wijze op voorsprong, maar na rust werd de stand weer gelijk getrokken. Steven Zuber kopte raak uit een hoekschop van Xherdan Shaqiri. Het was de eerste poging tussen de palen van Zwitserland.

Op het WK 2014 gingen de tegenstanders van Brazilië ook al uiterst efficiënt met de kansen om. In de halve finale was het Duitsland dat met 7-1 won, maar hadden de Brazilianen de meeste schoten op doel. Ook vervolgens tegen Nederland in de troostfinale ging Brazilië met harde cijfers onderuit (3-0), door de efficiëntie van de tegenstander.

De laatste 12 schoten op het Braziliaanse doel:

• 10 raak
• 2 gestopt door de doelman

Lees ook: Lozano geeft vloek van wereldkampioen vervolg

Sterke openingslanden
Het was voor het eerst sinds 1978 dat Brazilië het WK niet opent met een zege. Toen was het Zweden dat een gelijkspel uit het vuur sleepte: 1-1. De sterker geachte Brazilianen werden ditmaal knap onschadelijk gemaakt door Zwitserland, dat zelf ook ervaring heeft met goed uit de startblokken schieten op een WK. Voor het vijfde mondiale toernooi op rij bleven zij ongeslagen in de openingswedstrijd.

• 1994: 1-1 tegen Verenigde Staten
• 2006: 0-0 tegen Frankrijk
• 2010: 1-0 tegen Spanje
• 2014: 2-1 tegen Ecuador
• 2018: 1-1 tegen Brazilië