20.06.2018 07:27

Goals uit de eerste ronde: 61% uit standaardsituatie

Van de 38 doelpunten die in de eerste ronde werden gemaakt, kwamen er 23 uit een corner, strafschop of vrije trap. Dat betekent dat 61 procent van de goals uit een standaardsituatie kwam. Op het WK 2014 was dat 28 procent.

Er waren in de eerste zestien wedstrijden vier spelers die de bal direct langs de muur kregen: Cristiano Ronaldo (Portugal tegen Spanje), Aleksandr Golovin (Rusland tegen Saoedi Arabië), Aleksandar Kolarov (Servië tegen Costa Rica) en José Quintero (Colombia tegen Japan). Ook werd de bal zes keer voorgeslingerd, waarna er een medespeler tegen de bal aan liep.

Verder werden er al acht strafschoppen gemaakt. Er werden er tien gegeven, maar Lionel Messi (Argentinië) en Christian Cueva (Peru) misten. Vijf goals vielen vanuit een hoekschop.

Goals uit standaardsituatie eerste speelronde

  • tien vrije trappen (vier direct)
  • acht penalty's
  • vijf hoekschoppen

61 procent van de goals in de eerste speelronde valt dus uit een standaardsituatie. Dat is veel meer dan het uiteindelijke aantal op het WK 2014 in Brazilië. Toen scoorden alle landen bij elkaar 28 procent van de goals uit een corner, vrije trap of penalty.


 Lees ook: Rusland meest productieve WK-starter sinds 1934 


Trend
Het scoren uit een dood spelmoment lijkt een trend te zijn geworden. Bij de wedstrijd tussen Engeland en Tunesië vielen bijvoorbeeld alle goals uit een standaardsituatie. Harry Kane scoorde namens Engeland twee keer uit een corner en Ferjani Sassi benutte een strafschop.

Er werden dus vijftien doelpunten gemaakt uit open spel. Daarvan waren er slechts tien van eigen voet. Al vijf keer verdween de bal achter de eigen doelman. Alleen op het WK 1998 werden er meer eigen goals gemaakt. De teller stokte toen op zes.

Eredivisiepoule
Nieuws: Voetbal Headlines.nl | Voetbal Headliner