De Kroatische doelman Danijel Subašić werd de grote held tijdens de achtste finale-wedstrijd op het Wereldkampioenschap tegen Denemarken. De sluitpost van AS Monaco keerde de strafschoppen van (oud-)Eredivisionisten Christian Eriksen, Lasse Schöne en Nicolai Jørgensen en maakte Kroatië kwartfinalist.

Ook de Deense sluitpost Kasper Schmeichel liet van zich horen, maar ondanks zijn twee gestopte strafschoppen tijdens de serie kon hij niet voorkomen dat de Kroaten doorstootten naar laatste acht. Subašić was dus goed voor drie reddingen en daarmee werd hij pas de tweede keeper ooit in de geschiedenis van het WK zo veel strafschoppen keerde tijdens de penaltyreeks. De eerste doelman die dit kunstje flikte was de Portugees Ricardo in 2006, toen hij drie strafschoppen stopte van de Engelsen in de kwartfinale. Daardoor keepte Subašić zichzelf zondagavond in de geschiedenisboeken. 

 Lees ook: Spaanse vloek tegen gastland: nul zeges in negen duels

Een paar uur eerder moesten penalty's ook beslissing brengen bij het achtste finale-duel tussen Spanje en gastland Rusland. De Russen verrasten tot velen door de favorieten uit Spanje naar huis te sturen. Doelman Igor Akinfeev was de gevierde man aan Russische zijde, hij keerde de strafschoppen van Koke en Iago Aspas. Overigens waren beide penaltyseries bijna een unicum in de geschiedenis van het WK. Slechts eenmaal eerder in de geschiedenis van het landentoernooi werd op één dag twee wedstrijden beslist na elfmeterballen: in 1986 bij Brazilië - Frankrijk en Duitsland - Mexico.