PSV kroop deze week driemaal door het oog van de naald. Tegen Fortuna Sittard, BATE Borisov en PEC Zwolle werd pas in blessuretijd de overwinning veilig gesteld en driemaal was een late invaller betrokken bij de winnende treffers. 

Tegen Fortuna werd Dante Rigo ruim twintig minuten voor tijd binnen de lijnen gebracht en in blessuretijd maakte hij de 2-1. In Wit-Rusland kwam Donyell Malen in minuut 87 van de bank en werkte hij twee minuten later de 2-3 tegen de touwen. Diezelfde Malen was zaterdagavond invaller tegen PEC Zwolle toen hij diep in blessuretijd de beslissende voorzet op Luuk de Jong gaf: 1-2. 

Het leverde trainer Mark van Bommel de gouden pik op, een term die ontstond tijdens het Wereldkampioenschap van 2014 in Brazilië, toen Oranje-bondscoach Louis van Gaal een aantal wedstrijden achter elkaar succesvol wisselde. Zo bracht de keuzeheer tijdens de kwartfinale doelman Tim Krul binnen de lijnen in plaats voor Jasper Cillessen. Een gewaagde wissel die fantastisch uitpakte, want Krul stopte twee penalty's. Van Bommel deed dat deze week dus eveneens driemaal, want met een doelpunt of assist waren zijn invallers steevast goud waard voor PSV.

Lees ook: De Vrij meest scorende verdediger topcompetities

Tegen Fortuna Sittard en BATE Borisov waren de overwinningen volledig terecht, op basis van het spel en de kansenverhouding over negentig minuten. Tegen PEC Zwolle had PSV meer geluk, want in de tweede helft maakte eigenlijk alleen de Zwollenaren aanspraak op de overwinning. De ploeg van John van 't Schip ondernam namelijk tien doelpogingen meer dan de ploeg uit Eindhoven. Toch was het moedig van Van Bommel om met deze verhoudingen met Malen een extra aanvaller binnen de lijnen te brengen. Het wierp zijn vruchten af. 

Schotenverhouding minuut 45-90 bij PEC Zwolle – PSV:

• PEC Zwolle: 14 schoten
• PSV: 4 schoten