PSV heeft de eerste Champions League-wedstrijd verloren van FC Barcelona: 4-0. De Eindhovenaren lijden aan een syndroom op Spaanse bodem: er werd in alle zestien wedstrijden nog nooit gewonnen.

PSV kwam voor de vierde keer op bezoek bij FC Barcelona. Twee keer werd het gelijk en dinsdagavond werd voor de tweede keer verloren. Bij Atlético Madrid (drie wedstrijden), Deportivo La Coruña (één wedstrijd), Real Madrid (vier wedstrijden), Sporting Gijón (één wedstrijd) en Valencia CF (drie wedstrijden) werd ook nog nooit gewonnen. Zo speelde PSV zestien wedstrijden in Spanje en boekte het daarin nul zeges.

Lees ook: Verhitte voorrondes AEK Athene in voordeel van Ajax

Messi maakt het verschil
FC Barcelona werd de laatste elf seizoenen eerste in de groepsfase, het mocht duidelijk zijn wie de favoriet was. Toch kon PSV verrassend goed mee in de openingsfase. Via Gastón Pereiro kreeg het zelfs een goede mogelijkheid op het openingsdoelpunt, maar zijn schot ging over. Een half uur lang had Barça weliswaar het meeste balbezit, maar echt heel gevaarlijk werd het niet.

De klasse van Lionel Messi brak na een half uur de wedstrijd open. De Argentijn legde vlak buiten het strafschopgebied aan voor een vrije trap, die met uiterste precisie in de kruising draaide: 1-0. Het was voor Messi zijn 61ste doelpunt in de groepsfase van de Champions League, geen enkele speler was vaker trefzeker. De teller van achtervolger Cristiano Ronaldo staat op zestig.

In zes eerdere ontmoetingen met Barça maakte PSV liefst twaalf doelpunten. Dat gemiddelde van twee treffers per wedstrijd werd omlaag getrokken, de Eindhovenaren kwamen namelijk niet meer tot scoren. Dat deed FC Barcelona nog wel. Ousmane Dembélé schoot na een knappe actie langs drie PSV'ers de bal langs Jeroen Zoet. Het slotakkoord was voor Messi, die een hattrick maakte. Met zijn 62ste en 63ste doelpunt in de groepsfase zette hij de eindstand op het scorebord: 4-0.