Ajax heeft zichzelf een geweldige dienst bewezen. De Amsterdammers pakten op bezoek bij Bayern München een punt door met 1-1 gelijk te spelen in de tweede wedstrijd van de groepsfase van de Champions League. Het gelijkspel was allesbehalve onverdiend, want de hoofdstedelingen kregen meer kansen dan Der Rekordmeister.

Het was voor Ajax belangrijk om de eerste tegentreffer lang uit te stellen, maar daar slaagde de ploeg niet in. Mats Hummels kopte namelijk al heel vroeg de bal tegen de touwen. Dat gebeurde na precies 3 minuten en 42 seconde spelen. Het was de snelste tegentreffer voor de Amsterdammers in liefst dertien jaar in het grootste Europese toernooi. In september 2005 scoorde Freddie Ljungberg namens Arsenal FC sneller, de Zweed vond het net na één minuut en negentien seconde.

 Lees ook: Drie Nederlanders in race om Golden Boy-prijs 

Ajax ging niet bij de pakken neerzitten. Integendeel, de ploeg van Erik ten Hag nam het initiatief en was bij vlagen zelfs de betere in München. Na kansen van Dušan Tadić en Hakim Ziyech was de derde Ajax-poging wel raak: Noussair Mazraoui rondde na een prachtige aanval af: 1-1. Voor de rechtsback was het een primeur, want het was zijn eerste doelpunt namens de hoofdmacht van Ajax.

Na de onderbreking hield Ajax de touwtjes redelijk in handen, al kroop Bayern München steeds verder uit de schulp. De Eredivisionist kreeg de beste kansen in de tweede helft, maar kwam niet meer tot scoren. Daardoor bleef er een opmerkelijke traditie in stand tussen beide ploegen. Op bezoek bij elkaar wisten Ajax en Bayern München in alle negen de ontmoetingen nooit van elkaar te winnen. Ook de knappe reeks van Ajax bleef in tact, want de ploeg uit Amsterdam is momenteel tien wedstrijden in de Champions League ongeslagen.