Sinds de definitieve aanstelling van Ole Gunnar Solskjær bij Manchester United lijkt het schokeffect uitgewerkt. Tegen Everton FC ging de ploeg pijnlijk hard onderuit: 4-0. United incasseerde al een recordaantal tegendoelpunten dit seizoen.

Manchester United speelde acht wedstrijden sinds Solskjær zijn contract tekende en won er daarvan maar twee. Champions League-voetbal volgend seizoen staat inmiddels flink op de tocht. De ploeg staat zesde, en de beste vier van de competitie plaatsen zich voor het miljardenbal. De achterstand op Arsenal FC bedraagt twee punten.

De uitwedstrijd bij Everton was een kans om een flinke slag te slaan op de concurrentie, maar op Goodison Park liep het helemaal anders. Richarlison, Gylfi Sigurðsson, Lucas Digne en Theo Walcott zorgden na ruim een uur spelen al voor de einduitslag. Het totaal aantal tegendoelpunten dit seizoen werd opgevoerd naar 48, nooit kreeg Manchester United er meer tegen in de Premier League. Vorig seizoen kreeg de club er twintig minder tegen.

Lees ook: Linssen is 31 cm kleiner dan voorganger kophattrick

Slechte uitreeks
Vooral in uitwedstrijden gaat het de laatste weken mis. In de Premier League gingen de laatste drie wedstrijden buiten Old Trafford verloren. Het is voor het eerst sinds december 1995 - januari 1996 dat United drie opeenvolgende uitwedstrijden verliest.

Komt de slechte vorm van United dan volledig uit de lucht vallen? Niet helemaal. Al snel na de intrede van Solskjær was er al een disbalans te zien in de Expected Goals voor en tegen en wat daarvan met veel fortuin op het scorebord was te zien. De resultaten waren formidabel, maar heel houdbaar leek die vorm niet.