De Eredivisie staat bekend als opleidingsland en gezien de aantal spelers uit de eigen jeugd van Ajax en PSV dit Champions League-seizoen ten opzichte van de andere clubs, klopt dat beeld zeker. 

Beide ploegen behoren tot de top drie van teams die dit seizoen in het miljardenbal het meeste speeltijd gaven aan zelfopgeleide spelers. Ajax speelde dinsdagavond met vijf jeugdspelers tegen Tottenham Hotspur (Matthijs de Ligt, Joël Veltman, Noussair Mazraoui, Daley Blind en Donny van de Beek) in de heenwedstrijd van de halve finale van de Champions League (0-1 zege). Van alle spelers die speeltijd kregen dit seizoen bij Ajax in het Europese toernooi, is 40,9% afkomstig uit de eigen jeugd. Bij PSV ligt dat percentage net iets lager: 40%.

Volgens de officiële regels van de UEFA kan een speler tot eigen jeugd worden bestempeld als het tussen de 15 en 21 jaar minstens drie seizoenen onder contract stond bij een club. Om die reden vallen Frenkie de Jong en André Onana net niet onder de noemen 'eigen jeugd'. Zij arriveerden allebei immers bij Ajax op achttienjarige leeftijd. Slechts één club die dit seizoen actief was in de Champions League gaf meer speeltijd aan spelers die het zelf opleidde dan Ajax en PSV: Atlético Madrid. In de selectie van de Spanjaarden zitten de doorgestroomde jeugdspelers Koke, Saúl, Lucas Hernández, Rodri, Thomas Partey, Montero and Morata.