Een klaplong in augustus, drie maanden later een hamstringblessure bij het Nederlands elftal en vlak voor het belangrijke duel met PSV van vorige maand een nieuwe spierblessure. Nee, het is nog niet echt het seizoen van Siem de Jong.

Het is niet dat de 25-jarige aanvoerder knarsetandend op de tribune zat, maar hij had de laatste maanden toch erg graag zijn bijdrage geleverd aan de goede resultaten van Ajax. Eigenlijk heeft De Jong pas voor het eerst in zijn loopbaan echt maanden aan de kant gezeten door blessureleed. Iets dat hij wijt aan gretigheid, te snel op topniveau terug willen keren na een tegenslag. Met name de klaplong hakte er flink in, geeft hij toe. "Daar ben ik weliswaar goed van genezen, maar misschien is de impact op mijn lichaam toch een beetje onderschat. Het is toch een aparte blessure.''

De Jong moest toezien hoe Ajax de afgelopen maanden steeds beter in het spel kwam, met als hoogtepunt natuurlijk de thuiszege in de Champions League op FC Barcelona. Maar ook in de competitie reeg Ajax de zeges aaneen. Utrecht voorkwam zondag dat de Amsterdammers voor de negende wedstrijd op rij als winnaar van het veld stapten. "Ik ben blij dat het ook zonder mij goed ging'', stelt de captain dan ook vast. "We zaten lekker in een flow, dat hebben de jongens goed gedaan.''

Spitspositie

De Jong zal zich de komende tijd vooral op de spitspositie richten, want juist daar zit trainer Frank de Boer al weken te puzzelen. De afgelopen weken kregen Kolbeinn Sigthórsson, Bojan Krkic en de inmiddels verhuurde Danny Hoesen allemaal een kans, maar geen van allen kon echt overtuigen. Bovendien is De Boer juist wel te spreken over het middenveld.

De kans dat De Jong donderdag tegen FC Groningen direct in de basis terugkeert, is echter klein. De captain is voorzichtig geworden door al het blessureleed van dit seizoen. "Ik moet nu gewoon alles goed opbouwen, dat half uur van vandaag past daar goed in. Mijn laatste hele wedstrijd is van november'', legt hij uit.

Ondanks alle fysieke malheur blijft De Jong optimistisch, zowel over het landskampioenschap als over zijn kansen voor het WK, waar hij komende zomer dolgraag van de partij is. Hij weet bovendien zelf ook dat er genoeg spelers zijn die ooit een goed eindtoernooi hebben gespeeld, terwijl ze daarvoor maanden aan de kant stonden. "Het liefst ben je natuurlijk het hele jaar fit'', merkt hij grijnzend op. "Maar misschien is het uiteindelijk wel een voordeel dat ik niet een heel jaar volle bak heb gespeeld.''

ANP