Viktor Fischer stond bij zijn rentree in de spits. Hij verving Kolbeinn Sigþórsson in het duel tegen NAC na veertien maanden blessureleed. Het kon de Deen niks schelen waar hij zou spelen. Hij was als een kind zo blij dat hij weer mag voetballen. 

Normaal gesproken staat Fischer als linksbuiten opgesteld. Toch vond hij het niet erg om als spits in het veld te komen. "Ik wist al wel dat het erin zat dat ik op die positie terecht kon komen. Ik vind het prima. Ik ben een buitenspeler, maar als ik in de spits sta dan ben ik een nummer negen," zegt Fischer tegen FOX Sports. Bij zijn terugkeer in het eerste elftal kreeg hij flink wat applaus van de supporters. "Het was mooi dat de mensen al begonnen te juichen toen de namen op de bank werden voorgelezen. Het zijn geen goede maanden voor mijn geweest, zeker niet. Het was ook een heel langzaam seizoen voor mij."

Voor Fischer was het een moeilijk seizoen, dat alleen in het teken stond van revalideren. "Ik heb geprobeerd er sterker uit te worden, mentaal maar ook mijn benen bijvoorbeeld. Maar het krachthonk is heel saai. Ik heb periodes gehad dat ik dacht 'komt dit ooit nog wel goed?' Gelukkig kreeg ik altijd na een paar dagen weer hoop. Maar ik ga deze periode snel vergeten."

Trainer Frank de Boer was ook tevreden over de terugkeer van Fischer.