De contracten tussen FC Twente en investeringsmaatschappij Doyen Sports zijn dinsdagmiddag naar buiten gebracht. Ook de contracten van Luc Castaignos en Dušan Tadić liggen op straat.

De website Football Leaks gooide de contracten van Twente, Doyen, Castaignos en dus ook Tadić op het internet, waarna diverse landelijke media de materie indoken. Het blijkt dat Twente dure contracten afsloot met daarbij enkele bijzondere afspraken.

Doyen Sports
FC Twente en Doyen hadden een contract met betrekking tot zeven spelers. In de zeven spelers zou het investeren, maar daar wilde het uiteindelijk meer voor terug hebben. De contracten wijzen uit dat het gaat om Luc Castaignos, Quincy Promes, Bilal Ould Chikh, Youness Mokhtar, Sadrach Eghan, Kyle Ebecilio en Dušan Tadić. Van het zevental staat alleen nog Eghan en Ebecilio op de loonlijst, alhoewel laatstgenoemde momenteel op huurbasis speelt bij Nottingham Forest.

De club uit Enschede ontving in totaal vijf miljoen euro voor de deal met Doyen. Daarbij is het wel verplicht om Ebecilio en Eghan aan het einde van dit seizoen te slijten, want anders krijgt het een boete van 1,4 miljoen euro. Ook is te zien voor hoeveel procent Doyen eigenaar is/was van welke speler. Het ontving voor Castaignos 50%, voor Promes en Ould Chikh 30%, Mokhtar 25% en Tadić 10% van de transfersom. Krijgt het voor Eghan (20%) en Ebecilio (25%) nog een transfersom dan moet dat ook afgestaan worden aan Doyen. Sinds dit jaar is het niet meer toegestaan dat een externe derde partij voor een deel eigenaar is van een speler.

Bekijk HIER de overeenkomst met Doyen.

Castaignos en Tadić
Zowel de spits als de buitenspeler ontving een riant basissalaris, maar daarbovenop zou er een flinke bonus komen. Uit het uitgelekte contract van het tweetal blijkt dat het 1250 euro per punt kreeg. Twee seizoenen geleden sprokkelde Twente maar liefst 63 punten. Dat leverde het tweetal dus 78.750 euro per persoon op.

Naast enkele andere verplichtingen moest Tadić veertig uur per week op de club zijn en kreeg hij twintig vakantiedagen. De Serviër kreeg een leaseauto met een maximumbedrag van 1250 euro. Voor Castaignos waren de kaarten net anders geschud. Als hij schade reed met zijn auto dan moest hij die zelf betalen.

Bekijk HIER het contract van Tadić

Bekijk HIER het contract van Castaignos