Nog nooit won een land twee keer op rij het Europees Kampioenschap, laat staan dat dit drie keer gebeurde in de voetbalhistorie. Hoewel de concurrentie moordend is, heeft Spanje dit jaar een selectie die dit kunstje kan flikken. Zowel op het EK 2008 in Oostenrijk en Zwitserland als in Polen en Oekraïne in 2012 wonnen de Spanjaarden de finale, waarin Duitsland (1-0) en Italië (4-0) de tegenstanders waren.

Voor de Zuid-Europeanen wacht maandagavond met Tsjechië de eerste opponent. Een poulefase met ook Turkije en Kroatië moet overleefd worden. Als Spanje zich tot groepswinnaar kroont, volgt in de achtste finale een duel met de nummer drie uit een andere poule. Wat dat betreft ziet het speelschema er florissant uit, evenals de historische balans van Spanje tegen de Tsjechen.

Vier keer eerder troffen beide landen elkaar en in drie gevallen was Spanje de sterkte. Voor het laatst speelden ze tegen elkaar in de EK-kwalificatiereeks in 2010/11. Spanje won in Praag toen met 0-2 en hield ook in Granada de punten in eigen huis (2-1). Daarvoor werd er in de WK-kwalificatiesessie van 1996/97 door Spanje met 1-0 gewonnen en eindigde het andere duel in een doelpuntloos gelijkspel.