Buitenlandse talenten hebben het erg moeilijk in de opleiding van PSV. Met Gianlucca Scamacca vertrok de zoveelste speler zonder een debuut te hebben gemaakt in de hoofdmacht. Art Langeler, hoofd jeugdopleiding bij PSV, gaat op zoek naar een verklaring.

PSV heeft bij het halen van buitenlandse talenten te maken met enorme concurrentie. Vooral de Engelse topclubs kunnen meer geld bieden, waardoor veel spelers voor Engeland kiezen. Toch komen er ook nog veel talenten naar Nederland, maar dan begint het pas. "Huisvesting, school, sociale omgeving, familie, alles moet geregeld worden voor de speler(s). Als ze het niet naar hun zin hebben is de kans dat ze hun talent etaleren natuurlijk niet zo groot. Heb je dit allemaal goed voor elkaar, dan is er de belangrijke en niet te onderschatten factor omgeving."

Vervolgens zijn er ook de zaakwaarnemers die een grote invloed uitoefenen op de talenten. "Familie, maar met name management van spelers hebben lang niet altijd voor ogen wat er wordt gevraagd. Eigenlijk is er constant maar één graadmeter; wanneer speelt hun speler in het eerste elftal? Hoe langer dit duurt, des te ongeduldiger, des te vervelender, des te meer negatieve projectie op de speler, des te lastiger om te gaan met dit irreële verwachtingspatroon enzovoorts. Ik hoor één zaakwaarnemer zelfs letterlijk zeggen dat hij zijn ‘cliënt’ weg moet halen, anders kost het hem zijn baan… Om maar eens aan te geven waar de macht ligt in het voetbal!"

Door het falen van de vele buitenlandse talenten, is PSV overgestapt op een nieuwe tactiek. "We zijn er al doende achter gekomen dat huren een veel betere oplossing is. Huren voor een jaar met een optie tot koop is voor alle partijen prima. Een jaar om te wennen, een jaar om familie, speler en management te leren kennen en er mee om te gaan, een jaar om ook als speler een beeld te kunnen vormen van de club, de cultuur etc. En daarna op een goede manier afwegen of een vervolg wenselijk is", besluit Langeler op de clubsite.