FC Barcelona heeft de topper in de Primera División van Atlético Madrid weten te winnen. De ploeg van Luis Enrique had het bijzonder lastig met de vechtmachine van Diego Simeone, maar door een late treffer van Lionel Messi wonnen de Catalanen: 1-2.

De eerste helft was doelpuntloos en pas na de onderbreking brak het duel compleet open. Het spel werd grimmiger en scheidsrechter Antonio Mateu Lahoz moest in totaal zes gele kaarten uitdelen, terwijl er in de eerste helft geen geel getrokken werd. Na ruim een half uur spelen zette Rafinha de bezoekers op 0-1, door van dichtbij met zijn rechter binnen te tikken. Voor Jan Oblak was de inzet van te dichtbij om te reageren.

De thuisploeg liet het daar niet bij zitten en rechtte de rug. Diego Godín kopte vervolgens uit een voorzet van Koke de gelijkmaker binnen. Het spel golfde daarna op en neer, maar het was de Argentijnse vedette die het duel besliste. Drie minuten voor tijd schoot Messi met zijn linker de bal achter de Slowaakse doelman. Door de winst wipt FC Barcelona over Real Madrid heen, maar die ploeg heeft twee wedstrijden minder gespeeld.