Bayern München heeft na twee verloren finales de Champions League gewonnen middels een 2-1 zege op Borussia Dortmund.

Arjen Robben groeide op Wembley uit tot de grote held. Hij gaf de assist op de 1-0 van Mario Mandzukic. Nadat İlkay Gündoğan de gelijkmaker maakte vanaf elf meter, schoot Robben zijn ploeg in de slotfase terecht naar de cup met de grote oren.

Borussia Dortmund nam in de eerste helft brutaal het heft in handen. Bayern München, voor aanvang gezien als de grote favoriet, werd op eigen helft teruggedrongen. Het resulteerde in een paar gevaarlijke pogingen van Robert Lewandowski en Jakub Błaszczykowski. De twee Polen vonden beide keren Bayern-doelman Manuel Neuer op hun pad. Gedurende de tweede helft nam Bayern München het initiatief over en dook een paar keer gevaarlijk op voor de goal van doelman Roman Weidenfeller. Mandzukic raakte met een kopbal de lat en Robben faalde tot twee keer toe oog-in-oog met Weidenfeller. Tussendoor faalde ook Dortmund-spits Lewandowski tegenover Neuer.

Dortmund probeerde in de tweede helft wederom het spel te dicteren. Daar stak Bayern snel een stokje voor. De ploeg van Jupp Heynckes was na rust betere en meest dreigende ploeg. Na een uur spelen was het raak voor Bayern. Robben gaf vanaf de achterlijn voor op Manzukic, die binnen kon tikken. Lang kon Bayern niet genieten van de voorsprong. Geheel onnodig veroorzaakte Dante een strafschop. İlkay Gündoğan schoot de penalty onberispelijk raak.De finale leek af te stevenen op een verlenging, totdat Robben voor de derde keer opdook voor Weidenfeller. Dortmund kreeg bal niet weg uit het eigen strafschopgebied waardoor Robben de bal oppikte en deze keer wel raak schoot.