Het Nederlands elftal onder zeventien heeft zondagmiddag het Europees Kampioenschap gewonnen. In de finale werd Italië op overtuigende wijze aan de kant gezet: 4-2. Oranje prolongeert de titel van vorig jaar.

Vorig jaar stond precies dezelfde finale op het programma, en ook toen was Nederland te sterk. Strafschoppen moesten destijds de beslissing geven, maar zover kwam het nu niet. De jeugdige Oranje Leeuwen schoten uit de startblokken en stonden bij rust al met 3-0 voor. In de tweede helft werd het niet meer spannend en kon Oranje u17 de tweede titel in twee jaar bijschrijven.

Sinds de invoering van het EK van deze leeftijdscategorie in 2002 is Nederland het land met de meeste eindzeges. In 2011, 2012, 2018 en 2019 kroonde Oranje zich tot Europees kampioen. Geen enkel land wist vaker het toernooi te winnen. Met de dubbele eindzege is Spanje (drie gewonnen toernooien) gepasseerd.

Lees ook: 8 jaar terug: Memphis, Vilhena en Aké winnen EK u17

Aanvallend onderscheiden
De vier doelpunten van Oranje in de finale kwamen niet uit de lucht vallen. Gedurende de kwalificatie en het hoofdtoernooi zijn de jongens van trainer Peter van der Veen flink op schot. Met ruime afstand maakte het Nederlands elftal de meeste doelpunten van alle deelnemers.

Meeste doelpunten in kwalificatie plus EK:

1. Nederland: 49
2. Italië: 36
3. Portugal: 30
4. Frankrijk: 29
5. IJsland: 26

Toch gaat de topscorerstitel niet naar een speler van Oranje u17. Adil Aouchiche van Frankrijk maakte liefst negen doelpunten, waarvan geen enkele strafschop. De Fransen zagen hun toernooi in de halve finale eindigen na eliminatie door Italië. Dat kwam niet verkeerd uit voor Oranje, want in de groepsfase was Frankrijk nog met 2-0 te sterk.

De hoogst genoteerde Nederlanders op de topscorerslijst zijn Brian Brobbey en Sontje Hansen. Beide Ajacieden wisten drie keer het net te vinden, waar vooral Brobbey dat nog veel vaker had kunnen doen. Alleen de Italiaan Sebastiaan Esposito schoot vaker op doel, hij maakte dan ook wel één doelpunt meer.