Het is niet de eerste keer dat er veel gescoord wordt in een WK-finale. De 4-2 overwinning van Frankrijk op Kroatië is niet eens goed voor een record tijdens de eindstrijd van een mondiaal eindtoernooi.

In de finale van het WK in 1958 werd liefst zeven keer gescoord. Brazilië won met 5-2 van Zweden en Pelé liet zich als tiener zien aan de wereld. De spits maakte twee goals in de finale en zou uitgroeien tot een legendarische voetballer.

Ook in 1966 (Engeland – Duitsland, 4-2 na verlenging), 1938 (Italië – Hongarije, 4-2) en 1930 (Uruguay – Argentinië, 4-2) werd veel gescoord in de finale.

Bondscoach Didier Deschamps van Frankrijk voegde zich bij een select groepje van voetballers die als speler én trainer het WK wisten te winnen. De Braziliaan Mário Zagallo slaagde daar als eerste in. Hij werd met Brazilië wereldkampioen in 1958 en 1962 en stond vervolgens tijdens het succesvolle WK van 1970 voor de groep van De Gouden Kanaries.

Franz Beckenbauer herhaalde dit kunststukje twintig jaar later, toen hij als bondscoach van Duitsland het WK won. In 1974 was het voetbalicoon succesvol als speler. Deschamps was aanvoerder van het Franse nationale elftal dat het WK in 1998 won.

Voor het eerst in 32 jaar komt de topscorer van het WK uit Engeland. Gary Lineker maakte in 1986 zes doelpunten tijdens het eindtoernooi georganiseerd in Mexico, Harry Kane staat bovenaan het lijstje in Rusland. Ook de spits van Tottenham Hotspur maakte zes goals dit toernooi.

Dit is alweer het dertiende toernooi op rij dat de topscorer niet boven de tien goals eindigt. Gerd Müller was de laatste die tien goals maakte op een WK, dat gebeurde in 1970. De legendarische Just Fontaine staat nog altijd op het topscorersvoetstuk, hij maakte op het toernooi van 1958 liefst dertien goals.