Analyse: De eerste spits in Amsterdam

De vraag brandt al een langere tijd in Amsterdam. Moet Ajax spelen met Kolbeinn Sigþórsson, of moet Frank de Boer kiezen voor Arkadiusz Milik in de spits? Voetbal.com zette de cijfers van de twee aanvalsleiders op een rijtje.
In dit artikel behandelen we de aspecten waar een Ajax-spits over hoort te beschikken. Een spits in het wit-rood-wit moet niet alleen kunnen scoren, maar meevoetballen is ook belangrijk in Amsterdam. Je functioneert als aanspeelpunt en via kaatsen en het vasthouden van de bal moet je ervoor zorgen dat de middenvelders aan kunnen sluiten. In deze analyse nemen we alleen de wedstrijden en dus de statistieken uit de Eredivisie mee, omdat de vergelijking scheef wordt als we de KNVB Beker erbij gaan nemen. Ajax speelde in het bekertoernooi twee keer tegen amateurs en Milik wist het net maar liefst acht keer te vinden in deze duels.
Speeltijd in de competitie
Sigþórsson kreeg aan het begin van het seizoen de voorkeur boven Milik. De IJslander speelde hierdoor meer wedstrijden in het eerste elftal. Sigþórsson kwam elf keer in het veld in de Eredivisie, tegenover zes wedstrijden van Milik. Ajax speelde twaalf wedstrijden in de Nederlandse competitie en Milik en Sigþórsson hebben elkaar afgewisseld rondom de basisplaatsen. Sigþórsson kreeg er acht, Milik vier. Uiteindelijk is Sigþórsson tot zeven volledige wedstrijden gekomen, tegenover twee van de Poolse aanvaller. In totaal kwam Sigþórsson tot en met speelronde twaalf tot 740 speelminuten, Milik blijft hangen op 345 minuten.

Komt dat schot
Als aanvaller van Ajax kom je vaak genoeg in kansrijke positie. Krijg je een kans, dan moet zo’n bal tussen 7,32 meter breed X 2,44 meter hoog komen, anders kan het nooit een doelpunt worden. Beide spitsen hebben genoeg doelpogingen gehad, maar het is Milik die zijn schoten het vaakst tussen de palen zag belanden. De Pool nam dertien keer het doel onder vuur, schoot acht keer op doel en mikte vijf keer naast of over. Hiermee schiet de spits ruim zestig procent van zijn pogingen daadwerkelijk op het doel.
Bij Sigþórsson ligt dit percentage net iets lager. De IJslander verdeelt zijn schoten mooi tussen op en naast het doel. Met elf pogingen tussen de palen en elf pogingen naast of over het doel weet Sigþórsson vijftig procent van zijn pogingen op doel te krijgen.
Schoten op doel zijn leuk en aardig, maar doelpunten zijn toch echt het belangrijkste voor een spits. Sigþórsson heeft, ondanks het feit dat hij ruim twee keer zoveel speelminuten heeft gemaakt in de Eredivisie, minder doelpunten gescoord dan Milik. Na zijn twee treffers tegen SC Cambuur staat Milik op vijf treffers, tegenover vier doelpunten van Sigþórsson. Dit betekent dat een kleine veertig procent van Miliks schoten uiteindelijk ook een doelpunt wordt. Bij Sigþórsson ligt dit percentage op een kleine twintig procent. Een opvallend detail is dat beide spitsen hun favoriete been alleen nog maar gebruikt hebben. Sigþórsson scoort alles met rechts, Milik alles met links.

Tiki-taka

Het veldvoetbal van Ajax is belangrijk. In de meest recente wedstrijd tegen SC Cambuur ontstonden twee van de vier doelpunten na kort combinatievoetbal en de spits speelt een belangrijke rol in dit positiespelletje. Zoals in bovenstaande grafiek is te zien, worden spitsen van Ajax voldoende aangespeeld op de helft van de tegenstander. Zowel Milik als Sigþórsson geeft meer dan vijftig procent van het totaal aantal passen in de wedstrijd op de helft van de tegenstander. Bij Milik ligt dit acht procentpunten hoger. Beide spelers ontlopen elkaar niet veel als het gaat om passing. Vanwege het hogere aantal wedstrijden heeft Sigþórsson meer passen gegeven, maar procentueel gezien doet Milik het iets beter. Hij geeft ongeveer een kwart van de ballen die hij aanraakt weg, maar de rest komt weer terecht bij een ploeggenoot. Sigþórsson houdt zeventig procent van de ballen die hij krijg in het bezit van zijn ploeg.
Vasthouden die bal
Naast het aantal speelminuten en het aantal minuten dat Milik en Sigþórsson voor een doelpunt nodig hebben, lijkt de duelkracht het derde grote verschil tussen de spitsen. Uit onderstaande tabel blijkt dat de IJslandse spits zijn persoonlijke duels vaker wint dan zijn Poolse collega. Ondanks het fysieke verschil tussen beide spelers is Sigþórsson beter over de grond en in de lucht.


Zo wint Sigþórsson een kleine vijftig procent van zijn lichamelijke duels, terwijl Milik nog niet eens over de veertig procent heen komt. Op dit gebied functioneert Sigþórsson dus beter als aanspeelpunt. Ook door de lucht heerst de blonde aanvalsleider. Sigþórsson wint ruim vijftig procent (53,8%) van zijn kopduels, terwijl de langere Milik het vaker moet afleggen in de lucht. Hij wint een kleine veertig procent (37%) van zijn kopduels in de Eredivisie.

Conclusie
Frank de Boer staat voor een hele lastige keuze. De statistieken spreken zowel in het voordeel van Milik als Sigþórsson. De Poolse spits is een echte afmaker en heeft maar weinig kansen nodig om het doel te vinden. Sigþórsson functioneert echter prima als aanspeelpunt in het Ajaxspelletje. De IJslander wint meer persoonlijke duels over de grond en door de lucht en daarnaast is zijn passzuiverheid bijna even goed als dat van Milik.
Toch lijkt het ons niet meer dan logisch dat de oefenmeester van Ajax kiest voor Milik. Niet alleen is de Pool jonger, hij lijkt ook nog, in tegenstelling tot Sigþórsson, een toekomst te hebben in Amsterdam. Sigþórsson werd na de wedstrijd tegen SC Cambuur in de media belicht, toen hij vlak voor zijn invalbeurt woorden had met Frank de Boer. Sigþórsson lijkt niet tevreden met zijn reserverol van de afgelopen weken, maar de spitsen zitten qua niveau nu eenmaal dicht tegen elkaar aan. Een winters vertrek is dan ook niet onlogisch voor Sigþórsson. In dat geval krijgt Milik alle ruimte om de eerste spits van Ajax te worden. Het contract ligt al klaar voor de Pool, dat zal ook niet voor niets zo zijn.
Door: Jos Boesveld
