Demy de Zeeuw vertrok in de zomer van 2011 van Ajax naar Spartak Moskou en speelde daarna ook voor RSC Anderlecht. In februari keerde hij terug in Nederland. De middenvelder is niet blij met het huidige scheidsrechterskorps.

"Ik ben natuurlijk een tijdje weggeweest, maar zoals ik het nu zie, zeg ik: Nederlandse scheidsrechters vertonen veel compensatiegedrag", vertelt De Zeeuw aan Voetbal International. "En het is in mijn ogen allemaal wel erg netjes. Het komt Nederlandse ploegen in het buitenland straks niet ten goede als je hier voor elk onschuldig overtredinkje op het middenveld fluit. Ook voor de geloofwaardigheid van scheidsrechters niet. Je wordt meer persoonlijkheid als je meer toelaat. Ik denk weleens: Ik zou ook wel een Eredivisiewedstrijd kunnen fluiten."

"Geef me zo'n pakje en een fluit, en ik leid een wedstrijd in de Eredivisie. Dat wil ik proberen, althans. Scheidsrechter zijn hoeft volgens mij niet zo ingewikkeld te zijn. Buitenspel is misschien lastig. Daar heb je goede assistenten voor nodig. Maar een tackle of spelsituatie beoordelen, dat moet me wel kunnen lukken. Net zoals het spelletje aanvoelen. Dennis Higler deed dat laatst goed tijdens FC Utrecht – NAC. Ik was al een paar keer tegen hem tekeer gegaan, toen hij me op een sukkeldrafje inhaalde. 'Zelfs in dit tempo ben ik nog sneller dan jij', zei hij. Vond ik mooi. Daar dwing je respect mee af. Veel meer dan door met kaarten te strooien."