FC Utrecht-doelman Robbin Ruiter zou ontzettend balen als hij op 24 april de bekerfinale moet missen. De sluitpost brak afgelopen weekend zijn hand tijdens het competitieduel met Heracles Almelo (1-1).

Ruiter weet vooralsnog niet waar hij aan toe is. "Mijn hand is nu nog heel dik", vertelt de doelman aan De Telegraaf. "De komende dagen kijken we hoe de breuk herstelt en wordt een verdere diagnose gesteld. Geneest mijn hand vanzelf? Of is er een operatie nodig? Dat zijn de vragen die we moeten stellen."

De kans lijkt klein dat Ruiter de bekerfinale gaat halen, maar Ruiter heeft zelf de moed nog niet opgegeven. "Ik heb nog helemaal nergens een streep doorheen gezet. Al is het zeer onwaarschijnlijk dat ik de wedstrijd van komend weekend tegen NEC haal. Verder is het afwachten. Dat ik alles heb gespeeld, maar nu moet vrezen, maakt het allemaal extra zuur. Je speelt het hele seizoen om de prijzen en die worden nu verdeeld. Het missen van de bekerfinale zou een ramp zijn."

"Jaroslav Navratil had een vrije schietkans van dichtbij en schoot richting de paal", blikt Ruiter terug op het moment dat zijn hand brak. "Dan moet je als keeper vol naar de hoek, iets minder gecontroleerd dan normaal. En helaas raakte ik – net als de bal – de paal", aldus Ruiter, die aanvankelijk niet dacht aan een breuk. "Nee, het gebeurde in de 42e minuut. Ik had veel pijn, maar dacht niet onmiddellijk aan een breuk. Door de adrenaline in mijn lijf, het koelen met ijs in de rust en een pijnstiller kon ik goed functioneren. En pijn is maar pijn. Na afloop nam de zwelling snel toe."

Ruiter is niet bang om tijdens de bekerfinale enigszins risico te nemen. "Dat ligt eraan hoe groot de kans op blijvende schade aan mijn hand is. Als die er niet is of klein blijkt, doe ik alles om er tegen Feyenoord bij te zijn. De Kuip is misschien once in a lifetime en de rest van latere zorg."