Anwar El Ghazi wil zijn basisplaats terug. De vleugelaanvaller kreeg in het begin van het seizoen steevast een basisplaats van Ajax-trainer Frank de Boer, maar raakte geblesseerd en was vervolgens zijn basisplaats kwijt.

Afgelopen weekend was El Ghazi als invaller belangrijk door als aangever te fungeren bij de winnende treffer van Davy Klaassen. "Ik voelde me blij, was helemaal gelukkig dat ik weer op het veld stond. Het was alweer drie weken geleden dat ik mocht meedoen. Ik raakte een paar weken geleden geblesseerd en bij Ajax is het dan 'opgestaan, plaatsje vergaan'. De keuze voor Lasse was uit het oogpunt van de trainer logisch. Die moest ik accepteren."

"Ook al vond ik het als sportman moeilijk te begrijpen", vervolgt El Ghazi tegenover De Telegraaf. "Dan lag ik in mijn bed en dacht ik: 'Nu speel ik morgen weer niet'. Dat vond ik dan echt balen. Maar het was aan de trainer en ik wilde in elk geval niet zielig doen. Het woord 'opgeven' komt niet in mijn woordenboek voor."

"Ik heb fantastische familie om me heen, die me helpt als ik het zwaar heb. Mijn familieleden praten dagelijks met me en zorgen dat ik mijn hoofd koel houd. Dat is het allerbelangrijkste: vertrouwen in jezelf houden én vol gas geven. Ik ben nog harder gaan trainen, voelde me fit en wilde goed invallen. Het was belangrijk dat ik er dan direct zou staan."

"Het signaal dat ik wil afgeven, is dat ik er ook nog ben. Dat kan alleen door je voeten te laten spreken als je erin komt. Elke voetballer wil aan de aftrap staan. Iedereen die van voetbal houdt, wil zo veel mogelijk spelen. Dus ik zeker. Het stempel 'supersub' is niet wat ik wil. Ik wil basisspeler zijn. Ik moet ervoor zorgen dat mijn naam als eerste op het wedstrijdformulier wordt gezet. Met mijn kwaliteiten kan dat lukken, maar dan moet ik het in de wedstrijden laten zien. Daar ga ik aan werken."