Afgesproken vechtpartijen tussen voetbalfans komen nog regelmatig voor, zo blijkt na onderzoek van Nieuwsuur. Supporterskernen van Feyenoord, Fortuna Sittard en Standard Luik worden genoemd door de politie.

De echte hooligan is tegenwoordig niet meer te vinden in de stadions, maar op afgelegen plekken, ver buiten cameratoezicht. Een Vlaamse hooligan meldt anoniem aan de nieuwszender VTM dat de vechtpartijen gebonden zijn aan regels. "Het zijn gelijke aantallen die één à twee minuten vechten. Je mag elkaar in het gezicht slaan of elkaar schoppen, maar als iemand op de grond ligt blijf je ervan af. Uit respect."

Nieuwsuur sprak met de Rotterdamse politiechef Frank Paauw, die het probleem erkent. "Onder de radar vindt dit nog steeds veelvuldig plaats." De hooligans lijken op deze manier geen schade aan te richten aan de maatschappij, maar daar is de chef met de landelijke portefeuille voetbal het absoluut niet mee eens. "Je kunt dit ook zien als een vorm van training."

"Men bekwaamt zich in groepsverband in vechten en dat kan zich manifesteren in de openbare ruimte. Een geoefende groep die in staat is om in groepsverband te vechten in een commandostructuur is voor ons veel moeilijker tegen te gaan dan een ongeorganiseerde groep." De bekendste vechtpartij tussen hooligans in Nederland is de Slag bij Beverwijk in 1997. Toentertijd kwam Ajacied Carlo Picornie om bij gevechten tussen Ajax- en Feyenoord-fans.