Erixon Danso, die met FC Emmen tegen Almere City strijdt voor de play-offs voor promotie naar de Eredivisie, kende een lastige jeugd. De aanvaller kijkt terug op het verleden en ziet dat hij anders was dan de rest.

"Ik heb overal een mening over en heb die altijd en overal laten horen. Soms is je mond houden beter, maar dat heb ik nooit gekund. Ik ben wel koppig, maar nooit brutaal. Ik ben nu eenmaal geen schaap. Ik loop niet in een kudde achter iemand aan. Ik heb een eigen mening, dat is toch niet raar? In Nederland kennelijk wel. Je krijgt hier zo snel een stempel opgeplakt", zegt de aanvaller in gesprek met Voetbal International. 

Danso liet niet over zich heenlopen. "Ik werd afgeschilderd als een bijdehandje. Ik was jong, had een ego en liet niet met me sollen. Ik wist wel hoe het werkte, maar deed niks met die kennis. Ik paste nooit zo in een groep, maar dat is ook een beetje mijn kracht. Misschien ben ik wel een beetje raar, maar ik ben niet gek."

De oud-speler van Ajax kent zijn afkomst. "Mijn moeder is Surinaams/Arubaans en mijn vader is van Curacao. Ik ben in Amsterdam opgegroeid. Ik heb veel meegemaakt in het leven. Mijn ouders leefden op straat, handelden in drugs en gebruikten zelf. Mijn vader was ook alcoholist. Iedereen die dichtbij me stond zat in het criminele circuit. Niemand had een normale baan. Voor mij was het voetbal een uitlaatklep. Dat heeft me gered. Dat weet ik zeker."

Marcel Keizer, momenteel trainer van SC Cambuur, haalde Danso naar Emmen. "Hij oordeelde niet over me, maar verdiepte zich in me. Marcel is iemand die vooral mens is." Toen Keizer meedeelde dat hij vertrok, stortte de wereld van Danso even in. "Ik ben twee dagen van de wereld geweest. Ik kon het niet geloven. Ik begrijp het wel en gun het hem ook. Ik zou precies hetzelfde gedaan hebben."