Er is al enorm veel over geschreven over het selectiebeleid van Danny Blind, maar de bondscoach heeft zich nu openhartig uitgelaten over bepaalde keuzes. Volgens Blind zijn er slechts een paar zekerheidjes in zijn ogen. Quincy Promes is er daar een van.

"Promes speelt in de top van een zware competitie als de Russische, in een goed elftal. Hij is wekelijks bepalend voor het resultaat of hij blinkt uit", geeft Blind aan in gesprek met het Algemeen Dagblad. Voor de rest zegt hij vooral afhankelijk te zijn van het aantal blessures. Maar wat zijn zijn criteria nu precies?

"Ik vind dat de norm moet zijn: onderdeel kunnen zijn van een team dat een rol kan spelen op een eindtoernooi. Plaatsing voor het volgende WK, dat moet nog steeds lukken met de spelers die we hebben." Volgens de keuzeheer is Stefan de Vrij ook een speler die een vaste waarde moet zijn. "De Vrij is mannelijker gaan verdedigen. Hij ontwikkelt zich dus. Die kan naar de norm toe gaan."

Blind vindt dat het spelen van internationale wedstrijden ontzettend belangrijk is, dus ook ervaring in de Champions League. "Je schiet omhoog door in die Champions League-wedstrijden iets te laten zien. Niet door ze alleen maar te spelen. Ik vond dat Jeffrey Bruma een goede indruk maakte tegen CSKA Moskou. Heel volwassen. Bruma krijgt steeds meer bagage. Zoals ik Davy Pröpper in Manchester ook goed vond spelen."

Daarnaast is hij zeer te spreken voor Tonny Vilhena. "Interessante speler. Sterk ventje. Ook hier (wijst naar zijn hoofd). Die wil graag, dat hoor ik ook van Fred Grim bij Jong Oranje. Vilhena loopt door als hij pijntjes heeft. Die mekkert niet. Toen Pellè bij Feyenoord in de spits stond, viel me op hoe goed Vilhena steeds bij hem aansloot als nummer 10. Die kwaliteit zoek je, want Wesley Sneijder heeft in Oranje niet het eeuwige leven."