Maarten Martens is per direct gestopt met voetbal. De oud-speler van AZ zat sinds afgelopen zomer zonder club en aangezien aanbiedingen uitbleven, heeft de Belgische middenvelder er definitief een punt achter gezet.

Martens kwam negenmaal uit voor het nationale elftal en kende bij AZ enkele successen, maar Martens werd vooral geplaagd door vele blessures. De spelmaker denkt terug aan een moment uit 2006. "Ik herinner me dat ik op mijn 23ste herstelde van mijn eerste kruisbandletsel", vertelt Martens tegenover Het Nieuwsblad.

"Ik zat bij de fysio en vond dat de trainingen aan mijn bovenlichaam zijn vruchten afwierpen. Dat zei ik ook zo tegen de fysio. Een minuut later stak Louis van Gaal zijn hoofd om de deur. Die zei, half lachend: 'Zie dat nou, dat is toch geen lichaam voor topsport?'. Daar zat een kern van waarheid in. Ik meed duels." De middenvelder is zich ervan bewust dat hij zonder blessures verder was gekomen.

"Wie de Europese top wil halen, moet op alle vlakken bovengemiddeld goed zijn. Ik kon die stap niet maken, wellicht omdat ik te frêle was. Dat moet ik durven toegeven. Ik ben nooit jaren aan een stuk fit geweest, waardoor ik nooit kon investeren in mezelf. Na mijn 25ste gingen mijn extra uren buiten de trainingen niet naar het trainen van bijvoorbeeld vrije trappen, maar naar behandeling van blessures en het terugvinden van mijn niveau. Daardoor kon ik me niet verder ontwikkelen."

Met voldoening kijkt hij terug op zijn loopbaan. "Ik werd kampioen, speelde een EK voor beloften, Olympische Spelen. Ik ben tevreden", aldus Martens. De Belg wil zich nu richten op een carrière als jeugdtrainer.