De geoliede machine van coach Vicente Del Bosque verloor voor het laatst een duel in november 2011 en ook vanavond leek het er geen moment op dat Spanje zou verliezen. Het duel tegen Uruguay werd gekenmerkt door de uitblinkende middenvelders van Barcelona, de koelbloedigheid van een spits uit Valencia en een mooie vrije trap van een oud-Ajacied. Met een 2-1 overwinning heeft Spanje de eerste drie punten van dit toernooi binnen en zijn ze een stap dichter bij de titel die ze nog niet in hun rijke prijzenkast hebben staan: de Confederations Cup.

In de eerste helft hadden de fans van Uruguay welgeteld twintig seconden de hoop gehad op een goede afloop. Na die twintig seconden kwam Spanje voor het eerst in balbezit en de hoop der Zuid-Amerikanen was meteen verdwenen. Het gemak waarmee de Spanjaarden de bal rond kunnen passen blijft ongelofelijk efficiënt. Spanje domineerde en kreeg na tien minuten de eerste gevaarlijke kans met een schot van Cesc Fabregas. Het bleek een voorbode van een periode waarin Uruguay volledig teruggedrukt werd op de eigen helft. Het spel van Spanje leverde in de twintigste minuut dan eindelijk de openingstreffer op. Niet door de fabelachtige passing, maar door een hoekschop van Xavi. De bal belandde, na slecht uitverdedigen van Uruguay, bij Barca-aanvaller Pedro. Die haalde van twintig meter uit, maar de bal werd getoucheerd door Diego Lugano. Daardoor verdween de bal in de linkerhoek van het doel, waar doelman Muslera al onderweg was naar de rechterhoek: 1-0 voor de Spanjaarden.

Je zou verwachten dat Uruguay na de goal van Spanje het spel in handen probeerde te nemen, maar daar leek het in de eerste helft geen moment op. De ploeg van Del Bosque nam meteen weer de overhand en bleef ook de baas in de eerste 45 minuten. Dat irriteerde de Uruguayanen, die niet bepaald bekend staan om hun fair-play en zachte manier van spelen. Een gele kaart voor Cavani en overtredingen van Pereira en Rodriguez bepaalden in de eerste helft het beeld dat wij van Uruguay kregen. De hoofden van de Uruguayaanse spelers bliezen nog meer stoom uit, toen Spanje de 2-0 maakte na 31 minuten spelen. Een steekpass van Cesc Fabregas was precies op maat voor Roberto Soldado die zeer koelbloedig afrondde. Nadat ook aanvoerder Lugano van Uruguay geel pakte, leek het duel langzaam te ontbrandden in een schoppartij. Dat gebeurde niet en beide ploegen bereikte de kleedkamers met elf man in de rust.

In de tweede helft trapte Spanje het gaspedaal wat minder in en spaarde het energie voor de rest van het toernooi. Verdedigend hielden Sergio Ramos en Pique zich goed staande en Casillas had niet veel te doen in de wedstrijd. Tot de 88e minuut aanbrak en Uruguay een vrije trap kreeg op 22 meter van het doel van Casillas aan de linkerkant van het veld. Diego Forlan was inmiddels in de ploeg gekomen en had al eerder een poging gedaan van deze afstand. Alleen ditmaal wilde Luis Suarez een poging wagen en uiteindelijk kreeg hij toestemming van de vedette Forlan. Suarz profiteerde optimaal van dit buitenkansje en krulde de bal prachtig in de korte hoek. Met een 2-1 zouden de laatste minuten spanning moeten opleveren. Maar het tempo werd in de laatste minuten opgevoerd door Spanje en dat liet toch de klasse van de ploeg zien. Onder druk van de getergde Uruguayanen brachten spelers als Ramos, Iniesta en Cazorla rust in de ploeg en speelden de Spanjaarden de wedstrijd uit. Een 2-1 overwinning, drie punten rijker en een goede start voor Vicente Del Bosque. De volgende wedstrijd is donderdag tegen Tahiti. De kampioen van Oceanië staat een zware klus te wachten tegen de wereldkampioen en het is maar de vraag hoe hoog de score gaat uitvallen. Uruguay krijgt een dag meer rust en mag vrijdag 21 juni zijn eer herstellen in de wedstrijd tegen Nigeria.