Er is nog genoeg werk aan de winkel voor Oranje en bondscoach Louis van Gaal. Oranje kende in het oefenduel met Japan een goede eerste helft, maar werd in de tweede helft af en toe van het kastje naar de muur gestuurd. Daarom mag Oranje ondanks een 2-0 voorsprong niet klagen over het gelijkspel (2-2).

In de eerste helft leek er geen vuiltje aan de lucht voor Oranje. Oranje kwam na een stroeve openingsfase op voorsprong door een doelpunt van Rafael van der Vaart. Daarna was Oranje de bovenliggende partij en leverde dat een paar goede kansen op.

Pas in de slotfase verdubbelde Oranje de score toen Arjen Robben fraai raak schoot. De ploeg van Van Gaal slaagde er echter niet in om te gaan rusten met deze marge. Yuya Osako maakte het eerste Japanse doelpunt ooit tegen Nederland en hielp Japan daarmee terug in de wedstrijd.

Na rust kantelde het wedstrijdbeeld compleet. Onder andere door de komst van sterspeler Shinji Kagawa (Manchester United) creëerde Japan een overwicht en kwam Oranje met de rug tegen de muur te staan. Met soms uitstekende combinaties werd Nederland af en toe zoek gespeeld. Ook de terechte gelijkmaker van Keisuke Honda kwam voort uit zo'n combinatie.

Nederland stelde daar veel te weinig tegenover en kwam niet verder dan een paar speldenprikjes. Op basis van de tweede helft was Japan de enige ploeg die aanspraak maakte op de overwinning. De Aziaten hadden voldoende kansen om de overwinning over de streep te trekken, maar onder andere de paal zat dit in de weg.
Het oefenduel met Japan toonde aan dat er nog veel moet gebeuren bij het Nederlands elftal om klaar te zijn voor het komende WK. Komende dinsdag is er een nieuwe test voor Oranje als Colombia de tegenstander is.