Door doelpunten van Edin Džeko en Miralem Pjanić heeft Bosnië de eer gered op dit WK. Het land was nog puntloos in groep F, maar won uiteindelijk met 3-1 van Iran, dat door de nederlaag uitgeschakeld is.

In de eerste helft viel er maar bar weinig te genieten. Eigenlijk waren alleen de 23e en 24e minuut spannend. Eerst wist Džeko van buiten de zestien raak te schieten met een droge schuiver, om vervolgens een minuut later aan de andere kant te zien hoe Masoud Shojaei de lat trof met een harde knal. Het waren de schaarse hoogtepunten in een wedstrijd waar vooral Iran onmachtig leek.

Ook in de tweede helft zullen de fans niet vaak van de stoelen zijn opgesprongen. Iran bracht aanvallend te weinig en Bosnië speelde te geduldig en rustig om het Iran achterin moeilijk te maken. Toch viel na een uur spelen de 2-0. Pjanić kreeg de bal in de zestien en stond op de rand van buitenspel, maar mocht door. De ervaren middenvelder bleef kalm en schoof de bal met de binnenkant van de voet achter de Iraanse keeper.

Het was over en sluiten voor Iran, dat nog wel op zoek ging naar de eerste treffer op dit Wereldkampioenschap. De grote man aan Iraanse kant zorgde hier dan ook voor. Reza Ghoochannejhad werd bij een voorzet volledig vrijgelaten bij de tweede paal en kon daar simpel de eerste Iraanse goal van het toernooi intikken. Dat Avdija Vršajević meteen na die treffer alweer 3-1 maakte mocht de pret niet drukken. Iran scoort op het Wereldkampioenschap, maar is door de nederlaag uitgeschakeld in Brazilië. Bosnië maakte door twee verliesbeurten al geen aanmerking meer op een plek in de achtste finales.

Door: Jos Boesveld