Jean-Paul Boëtius zat in de voorselectie van Oranje, maar mocht uiteindelijk niet mee naar Brazilië. De vleugelaanvaller van Feyenoord is echter niet jaloers op zijn vijf ploeggenoten die het wel hebben gehaald.

"Natuurlijk flitst er wel eens door je hoofd dat je er bij had kunnen zijn, maar bovenal geniet ik als supporter van het succes", vertelt Boëtius aan Metro. Van een werelddtitel gaat Boëtius nog niet uit. "Laten we eerst maar eens van Argentinië winnen", aldus de aanvaller. "Het is wel mooi dat in het begin niemand ons een kans gaf, maar kijk nu eens waar het Nederlands elftal staat. We horen bij de beste vier landen van de wereld. Nee, dat hadden wij ook niet verwacht. Maar zo slecht als we werden afgeschilderd in de voorbereiding was het ook niet hoor."

Boëtius is vooral blij voor Terence Kongolo, die al een paar minuten mocht meespelen. "Ik vond het mooi dat Terence inviel. Dat is toch een hoogtepunt, ook al was het maar voor vijf minuten. Hij was zenuwachtig joh, haha. Dat kon je zien hoe hij keek. Ik ken hem erg goed, dan zie je dat wel", aldus Boëtius. "Sommige jongens hebben het moeilijk, maar de ervaring die zij hebben opgedaan is onbetaalbaar. Hoe verder je in het toernooi komt, hoe meer naam je maakt. Sommige jongens zoals Bruno zullen waarschijnlijk vertrekken. Maar ik denk dat wij bij Feyenoord straks veel aan de jongens hebben die uit Brazilië terugkomen."