Cristiano Ronaldo maakte al na vier minuten in de wedstrijd tussen Portugal en Marokko de 1-0. Daardoor scoorde hij in de eerste 94 minuten van dit WK al vaker dan in zijn eerdere dertien wedstrijden op het toernooi.

Ronaldo kopte na vier minuten een corner snoeihard tegen de touwen. Het was pas zijn zesde schot op dit Wereldkampioenschap, maar dus wel al zijn vierde goal. Dat betekent een effectiviteit van 67 procent. Op de WK's van 2006, 2010 en 2014 speelde hij dertien keer mee en kwam hij tot drie goals. Op alle drie de edities scoorde hij één keer. Toen kwam hij 1114 minuten in actie. Voor zijn vier goals had hij er 94 nodig.

De Portugese ster stond voor dit duel op 84 doelpunten voor de nationale ploeg, evenveel als Hongaar Ferenc Puskás. Door zijn treffer moet hij alleen nog Iraniër Ali Daei (109) voor zich dulden op de ranglijst van de meeste interlandgoals. Wel is Ronaldo nu Europees topscorer.

Meeste interlandgoals Europa

1. Cristiano Ronaldo (Portugal) - 85 
2. Ferenc Puskás (Hongarije) - 84
3. Sándor Kocsis (Hongarije) - 75
4. Miroslav Klose (Duitsland) - 71

 Lees ook: Jørgensen wint minste duels van spitsen groep C 

Verder kwam de Portugees er overigens niet aan te pas tegen Marokko. Twee vrije trappen in de muur en een afzwaaier waren zijn enige wapenfeiten. Marokko was duidelijk de betere partij. Met name oud-PSV'er Nordin Amrabat was gevaarlijk. Ook Ajacied Hakim Ziyech kwam tot enkele kansen.

De Marokkanen hadden zestien schoten tegenover tien pogingen van Portugal. De Portugezen schoten twee keer op goal en het leverde dus één treffer op. Ook domineerde Marokko het spelbeeld. Het had 58 procent balbezit tegenover 42 van Portugal.

Marokko is door de twee nederlagen uitgeschakeld. Portugal heeft vier punten, Iran drie punten en Spanje één punt. Elk resultaat bij de wedstrijd tussen de twee laatstgenoemde landen is ongunstig voor de Leeuwen van de Atlas. Marokko treft maandagavond nog Spanje.