Voor Juventus was Paul Pogba afgelopen zomer niet meer te houden. Algemeen directeur Giuseppe Marotta onthult dat de 23-jarige middenvelder wilde vertrekken bij de Italiaanse grootmacht.

Uiteindelijk vertrok de Fransman voor het recordbedrag van 105 miljoen euro naar Manchester United. Dit bedrag kan zelfs nog oplopen tot ongeveer 110 miljoen euro. Hiermee werd hij direct de duurste voetballer aller tijden.

"We hebben altijd gezegd dat we Pogba niet wilden verkopen, want hij was een belangrijk figuur voor de club, de trainer en de fans. Maar hij was toe aan een nieuwe omgeving en uitdaging. Dus we moesten de onderhandelingen in en hebben geprobeerd hem gelukkig te maken", laat de beleidsbepaler weten aan JTV.

Vervolgens haalde de club uit Turijn Gonzalo Higuaín van Napoli voor een slordige negentig miljoen euro. "We hadden hem al op het oog, Higuaín was ons belangrijkste doel. Maar het was toeval dat het ongeveer op hetzelfde moment gebeurde als dat Pogba vroeg om een vertrek", aldus Marotta.