Ajax vertegenwoordigt Nederland in de halve finale van de Champions League. Daarmee is ons kleine landje een opvallende verschijning tussen de wereldclubs FC Barcelona, Liverpool FC en Tottenham Hotspur, allen afkomstig uit de elitecompetities van Europa.

In het moderne voetbal draait het allemaal om geld en dat is het meest aanwezig in Italië, Spanje, Engeland, Duitsland en Frankrijk. De halve finale van de Champions League werd de laatste vijftien jaar dan ook altijd gedomineerd door die landen. De laatste keer dat er een ploeg van buiten de vijf grote competities tot de laatste vier ploegen behoorde, was veertien jaar geleden. In het seizoen 2004/05 bereikte PSV de halve finale, waarin AC Milan nipt te sterk was. Sindsdien zaten er alleen clubs uit de bovenlaag van de Europese competities bij de laatste vier.

Dat een ploeg buiten de topcompetities het redt tot aan de halve finales van de Champions League is dus zeer zeldzaam. Dat een Nederlandse ploeg dit dan weer presteert, is geen vreemde gewaarwording. Van de acht keer dat een kleiner land dit kunstje flikte, was Nederland voor vijftig procent verantwoordelijk. Viermaal betrof het een Eredivisie-club, waardoor Nederland buiten de Europese topcompetities het vaakst is vertegenwoordigd in de halve finale van het miljardenbal.

Halve finalisten in de Champions League uit kleinere landen: 

1. Nederland – 4 clubs (Ajax 4 keer, PSV 1 keer)
2. Portugal – 2 clubs (FC Porto 2 keer)
3. Griekenland – 1 club (Panathinaikos 1 keer)
4. Oekraiïne – 1 club (Dinamo Kiev 1 keer)