Benfica heeft zich knap staande gehouden tegen het Italiaanse aanvalsgeweld van Juventus. In Turijn werd er niet gescoord, waardoor de 2-1 in Portugal genoeg was voor Benfica.

De eerste helft ontvlamde eigenlijk pas in de laatste twee minuten. Leonardo Bonucci kopte eerst een vrije trap van Andrea Pirlo rakelings voorlangs en een kopbal naar de grond werd door Luisão onder de lat vandaan gekopt. Daarvoor had Juventus al het betere van het spel, maar echt uitgespeelde kansen ontstonden er niet. Benfica’s gevaar bestond uit corners, maar Guinluigi Buffon werd niet op de proef gesteld.

In de tweede helft werd de wedstrijd grimmiger. Scheidsrechter Clattenburg greep al vroeg naar een gele kaart en daarmee was het hek van de dam. In korte tijd vielen er drie gele kaarten, waarvan twee voor dezelfde speler. Enzo Pérez mocht na een kleine zeventig minuten inrukken, waarna de stormloop van Juventus kon beginnen.

De ploeg haalde meteen Bonucci naar de kant om een extra aanvaller in te brengen. Sebastian Giovinco moest de verlosser van de ploeg uit Turijn worden, maar dit leek invaller Pablo Osvaldo te worden. De spits schoot raak nadat Paul Pogba een bal knap binnenhield, maar de Fransman stond buitenspel. Een bloedstollende slotfase kondigde zich aan, waarin twee wisselspelers nog rood pakten na een opstootje. Mirko Vučinić en Lazar Marković kregen het aan de stok en de scheidsrechter beboette dat. Juventus bleef doordrukken, maar kon geen gaatje meer vinden in de Portugese muur.

Door de overwinning speelt Benfica in de finale van de Europa League tegen Sevilla, dat in de slotfase de bevrijdende treffer maakte tegen Valencia.

Door: Jos Boesveld