Ajax heeft zichzelf dinsdag een slechte dienst bewezen door slechts een punt te pakken in Cyprus. De ploeg kwam op voorsprong, kreeg een penalty tegen, maar kon het verschil niet meer maken: 1-1.

Ajax begon heel goed aan de wedstrijd, met twee grote kansen voor Kolbeinn Sigþórsson. De spits profiteerde twee keer van de wisselwerking tussen Lasse Schöne en Davy Klaassen. Laatstgenoemde zette twee keer voor vanaf rechts en bij de eerste keer schoot Sigþórsson mis en bij de tweede voorzet kwam hij een teenlengte tekort. Ajax ging door en vond uiteindelijk ook de 0-1. Schöne dook op in het centrum, werd aangespeeld door Lucas Andersen, maar stuitte op Urko. De rebound was echter voor Andersen, die de bal simpel in het lege doel kon werken. APOEL kwam echter snel terug in de wedstrijd, nadat er hands werd geconstateerd bij Ricardo van Rhijn. Manduca benutte de strafschop en bracht zijn ploeg zo naast Ajax. Het had erger kunnen worden voor de Amsterdammers, maar na een loepzuivere counter kon Cillian Sheridan net niet bij een voorzet vanaf links.

De tweede helft begon wederom erg attractief met grote kansen voor beide ploegen. Ricardo van Rhijn stelde Schöne in staat om te scoren, maar de inzet van de Deen was te zwak. Aan de andere kant had Sheridan de 2-1 moeten scoren, maar de vrije kopkans was niet aan hem besteed. Het bleef weer rustig in Cyprus tot de zeventigste minuut, maar toen ging het weer hard. Mário Sérgio vond bijna de rechterhoek van buiten de zestien en  Sigþórsson stuitte op Urko nadat de spits zich langs twee verdedigers wurmde.

Een kwartier voor tijd bracht Frank de Boer Anwar El Ghazi en Ricardo Kishna, in de hoop dat de jeugdige branie zijn ploeg goed zou doen. Dat element bleef echter uit, waardoor Ajax weer een punt pakte in groep F van de Champions League. Er ligt nog van alles open in de groepsfase, maar duidelijk is dat na dit gelijkspel in Cyprus, Ajax punten moet pakken tegen FC Barcelona of Paris Saint-Germain om zichzelf richting de tweede plek en dus overwintering in het kampioenenbal te voetballen.

Door: Jos Boesveld