Het is precies een jaar geleden dat Ronald Koeman de bondscoach van het Nederlands elftal werd. De oefenmeester had op 23 maart van 2018 Oranje voor de eerste keer onder zijn hoede, in het oefenduel met Engeland. Eind 2018 tegen Duitsland, waarin Nederland de groepszege in de UEFA Nations League veiligstelde na een 2-2 gelijkspel, was de tiende interland onder de trainer.

In al die tien wedstrijden, waarvan er zes vriendschappelijk waren en vier in het kader van de Nations League, gebruikte Koeman liefst 37 spelers. Van al die spelers maakte Memphis Depay de meeste minuten in het Oranje-shirt. De aanvaller van Olympique Lyon werd door de keuzeheer 888 minuten op het veld gezet, van de mogelijke 900 minuten. Memphis miste dus slechts twaalf minuten onder Koeman. Tegen Portugal (0-3 zege) was de enige keer dat hij uit het veld werd gehaald. 

Vast verdedigend trio
Achter Memphis volgt hét centrale verdedigingsduo + keeper welke Koeman voor ogen heeft: Virgil van Dijk en Matthijs de Ligt. Van Dijk, aanvoerder sinds het bondscoachschap van Koeman, speelde precies zeven duels. Jasper Cillessen speelde evenveel minuten als Van Dijk: 720 minuten. De Ligt stond twee wedstrijden vaker op het veld, de negentienjarige mandekker van Ajax kwam tot 831 minuten.

Alleen Memphis en De Ligt deden in alle wedstrijden mee van het Nederlands elftal. Tegen Engeland, Portugal, Slowakije, Italië, Peru, België, Frankrijk (twee duels) en Duitsland (twee duels) speelden zij minimaal één minuut. Quincy Promes, die in totaal 375 minuten maakte namens Oranje onder Koeman, hoefde als enige speler één interland aan zich voorbij te laten gaan. 

De top drie van spelers met de meeste interlands onder Koeman:

• 10 wedstrijden: Memphis Depay, Matthijs de Ligt
• 9 wedstrijden: Quincy Promes
• 8 wedstrijden: Virgil van Dijk, Jasper Cillessen, Daley Blind, Georginio Wijnaldum, Ryan Babel