Ajax speelt woensdagavond de uitwedstrijd in de halve finale van de Champions League bij Tottenham Hotspur. Op het veld lijken de verschillen niet heel groot, zeker met het ontbreken van Harry Kane en Heung-Min Son. Qua financiën is er wel een flinke kloof tussen beide ploegen op te merken. 

Zowel Ajax als Tottenham Hotspur weigert de favorietenrol op zich nemen. Tottenham Hotspur-trainer Mauricio Pochettino wijst onder meer naar de resultaten die Ajax boekte in de Champions League dit seizoen. De Argentijn is onder de indruk hoe de Amsterdammers voor de dag kwamen tegen Bayern München, Real Madrid en Juventus. Ajax-trainer Erik ten Hag ziet vooral financieel een grote kloof.

De oefenmeester merkte tijdens de persconferentie op dat Ajax het met veel minder televisiegeld moet doen. De hoofdstedelingen ontvangen in de Eredivisie iets minder dan 10 miljoen euro per seizoen, terwijl de Londenaren in 2017 over het Premier League-seizoen daarvoor een kleine 150 miljoen euro kregen aan tv-gelden. Ook in de aankoopwaardes van de spelers zit een flink verschil.

Zo kostte de selectie van Ajax in totaal €54,65 miljoen euro. Daarvan was Daley Blind de duurste speler. Hij doorliep de jeugdopleiding van Ajax, verkaste naar Manchester United maar werd voor zeventien miljoen euro teruggehaald. Bij Tottenham Hotspur, dat een totale aankoopwaarde heeft van liefst €185,5 miljoen euro, is oud-Ajacied Davinson Sánchez de speler met de hoogste transfersom: veertig miljoen euro. Opvallend is dat bij Ajax vijf spelers zonder transfersom de selectie instroomden (de één euro van Frenkie de Jong meegerekend), bij The Spurs alleen Harry Kane.